2012 – Ellen Nissen
The Rights of Minor EU Member State Nationals Wishing to Enjoy Family Life with a non-EU Parent in their Country of Nationality. A study in the light of the UN Convention on the Rights of the Childals
Ellen Nissen
Op 29 november 2012 vond in Leiden het tweede lustrum plaats van de uitreiking van de Hanneke Steenbergen Scriptieprijs voor de beste masterscriptie op het gebied van het migratierecht geschreven aan een Nederlandse universiteit.
In totaal waren zes scripties genomineerd voor de Hanneke Steenbergen scriptieprijs. Alle genomineerden gaven een korte toelichting op hun scriptie waarna een referent reageerde op de door hen geformuleerde stelling.
De jury, bestaande uit Adriana van Dooijeweert (voorzitter ACVZ), Teun van Os van den Abeelen (raadsheer Gerechtshof Den Haag), Stans Goudsmit (lid College voor de Rechten van de Mens) en Maykel Bouma (beleidsmedewerker Ministerie van Binnenlandse Zaken) koos de scriptie van Ellen Nissen getiteld: The Rights of Minor EU Member State Nationals Wishing to Enjoy Family Life with a non-EU Parent in their Country of Nationality. A study in the light of the UN Convention on the Rights of the Childals’ uit als de beste scriptie van het Academisch jaar 2011-2012.
De auteur analyseert de positie van minderjarigen die in het land waarvan zij de nationaliteit hebben wonen en daar familieleven willen hebben met een ouder of ouders die niet de nationaliteit van een EU land hebben. De scriptie beoogt aan de hand van het kinderrechtenverdrag recente uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Hof van Justitie van de EU te duiden, waarbij specifiek wordt ingezoomd op het recht van het kind op gezinsleven en het absolute recht op verblijf dat voortvloeit uit de nationaliteit. Uit het onderzoek blijkt dat de Europese hoven een zeer verschillende benadering ten opzichte van deze rechten ten toon spreiden. Bezien wordt hoe die jurisprudentie een leidraad kan zijn voor beleid respectievelijk voor beleidsmakers, advocaten en rechters.
Volgens de jury is het een zeer levendig en creatief geschreven scriptie. De scriptie biedt volgens de jury “een diepgaande juridische analyse”, die tevens blijk geeft van “een genuanceerde benadering waarin niet alleen een duidelijke compassie blijkt voor minderjarigen die het kind van de rekening worden door een strikt immigratiebeleid”. Het geeft ook duiding aan het probleem dat nationale verblijfsrechten voor niet EU-nationalen gemakkelijk verkregen zouden kunnen worden via minderjarigen.
Een gedeelde tweede en derde plaats was er voor de scripties van Pieter van Reenen: ‘Over de samenwerkingsplicht en onderzoek doen in de asielprocedure’ en Fian van Vlokhoven: ‘A Common European Asylum System: A bridge too far? Study on the difficulties in the completion of the Common European Asylum System, focussing on the recast processes of the Dublin Regulation, Asylum Procedures and Reception Conditions Directives’.